7 april 2015

Wa ne stofnest!

Maandag 16 maart - Mijn laatste Argentijnse stop werd Tilcara, een stoffig hippie-toeristendorpje in het Noordwestelijke hoekje van Argentinië. Onder de vorm van de Zwitserse Tabea (mede-wwoof'er) nam ik een stukje Aldea Luna met me mee. De aangeraadde hostel Los Molles loste de verwachtingen meteen in. Na een lange reisdag (6 uur wandelen en dan de bus naar Tilcara, jaja ik ben niet veel gewoon...) dachten we uitgeput neer te vallen in een gezellige hostelkamer, maar het sfeervolle binnenkoerconcertje was iets te uitnodigend.

"Hoe goed kan een sfeer op een binnenkoertje zijn?" Vraagt de quizmaster...
 

Gekke koppen op Tilcara plaza

Het contrast tussen de stoffige tocht naar de nabijgelegen Diablo waterval (veel minder duivels dan je denkt...) en de natte jungle-wandelingen rond de organische boerderij-oase Aldea Luna kon niet groter zijn. Een bezoek aan het kleurrijke toeristendorpje Purmamarca aan de Cerro de los Siete Colores en de Salinas Grandes zette dit contrast nog steviger in de zevenkleurige zoutverf.


De stoffige weg naar de niet noemenswaardige Diablo-waterval
Las Salinas Grandes, generale repetitie voor Salar de Uyuni
El Cerro de los Siete Colores (zevenkleurige berg voor de vrienden)
Purmamarca plaza
Donderdag 19 maart - Op een onmenselijk vroeg uur vertrok ik richting San Pedro de Atacama, gelegen in de Chileense Atacamawoestijn, naar verluidt de droogste ter wereld. Toen ik er was gingen echter elke namiddag de hemelsluizen open. (Niets in vergelijking natuurlijk met de recente rampzalige overstromingen). Na een lange maar ook prachtige busreis belandde ik er in Hostel Toconar (Ignacio Carrera Pinto 692), een goedkope en aangename slaapplaats met een heel vriendelijke kleine eigenaar. Ik voelde me er meteen thuis.

Louche boel die droogste woestijn...
De volgende ochtend huurde ik een fiets om de Valle de la Luna te doorkruisen. Toeval of niet, het cijferslot dat ik bij mijn stalen ros kreeg opende met de combinatie 2547, de postcode van Lint en tevens de code die ik gebruik voor mijn persoonlijk locker-slot. Nu ja, dit maakte het trappen niet minder uitputtend. Drie liter water en een stuk pizza hielden me op de tweewieler tijdens de pittige tocht doorheen dit hoge, kurkdroge maar vooral fascinerende maanlandschap. 

 
 
"If you believed they put a man on the moon
Man on the moon
If you believe there's nothing up his sleeve
Then nothing is cool"
Na een korte nacht stond ik stipt om 4u30 klaar om opgepikt te worden door het tourbusje dat me naar de Geysers del Tatio, stinkend pruttelend water op 4200 meter hoogte, zou brengen. Het busje daagde maar niet op en zo vroeg in de ochtend was mijn geduld nog niet helemaal ontdooid. De klachtenbrief in hoofdletters en met veel uitroeptekens was bijna geschreven. Beter een uur te laat dan nooit mocht ik toch instappen. Gelukkig voor hen was de tour de moeite waard! (Want anders...)

er is niets mis met een kanariegele poncho

Zeg nooit lama tegen een vicuña!

Ziet er romantisch uit... maar het stonk een beetje

Prachtig landschap, met mezelf, om te bewijzen dat het niet gestolen is van google
Zondag 22 maart - Tijd voor het betere tourwerk. Samen met een bont allegaartje (twee knappe brazilliaanse zusjes met bijhorende moeder en een energiek koppel bestaande uit een Nepalees en een Hondurese) kroop ik voor drie dagen in een jeep richting Uyuni (Bolivië). Hasta luego Chili! 
Ok het was niet zo goedkoop, maar dat is niet de reden waarom ik het immens knap en ook echt goed georganiseerd vond (Cordillera traveller). De droge humor van onze Boliviaanse gids, het zalige kinderlijke enthousiasme van onze groep en onvoorstelbaar mooie landschappen maakte er voor mij een onvergetelijke ervaring van. Meer kan ik er niet over zeggen, daarom hier in chronologische volgorde (uiteraard), de foto's: 

Hola Bolivia!

Meer vicuña's...

Laguna blanca
Dali zijn woestijn
En een van zijn woestijnschilderijen


 


Sol de Mañana geysers

Laguna Colorada (met een effectje)
...en zijn duizenden flamingo's

Laguna Colorada met ochtenddampen
Laguna Honda
een lekstok voor de brave toeristjes
Top-Quinoa bij zonsopgang
En dan eindelijk de grootste zoutvlakte ter wereld, El Salar de Uyuni:

Huasi Inca eiland, cactussen in het midden van de zoutvlakte

Tussen hemel en aarde...

Een van de velen

Twee van de velen
en bij drie zal ik stoppen

Ticket to nowhere

Woensdag 25 maart – Ik werd wakker in de intrigerende stad Potosi (hostel Koala Den). Zo intrigerend dat ik nu even redelijk stevig ga uitwijden: 
 
Potosi bevindt zich op een duizelingwekkende (letterlijk) 4090 meter boven het zeetje en is daarmee de hoogste stad ter wereld. De stad is gelegen aan de voet van de Cerro Rico, welstellende mensenetende berg bomvol zilver en 14 meter hoger dan onze Europese trots de Mont Blanc. Die hoop zilver is de reden waarom de Spanjaarden in 1545 het toen nog mijnstad-je oprichtten. De menselijke heblust zorgde ervoor dat er één eeuw later 160 000 mensen woonden, dit lijkt een habbekrats maar het was in die tijd meer dan Rome, Madrid of Parijs. Sommige enthousiaste Bolivianen zeggen dat Spanje in drie eeuwen genoeg zilver ontgonnen had om een brug te bouwen van Potosi tot aan de deur van het koninklijk paleis. Er wordt eveneens gezegd dat men een even lange brug zou kunnen bouwen bestaande uit menselijke botten. In diezelfde driehonderd jaar lieten 8 miljoen mensen het leven in deze oh zo fantastische berg.

Toen de Spaanjaarden zilver in andere oorden vonden, dreigde Potosi een spookstad te worden. De vraag naar tin redde de stad in het begin van de 20ste eeuw. Vandaag de dag zorgt de zoektocht naar tin, zink, lood, wolfram, maar vooral naar geld er nog steeds voor dat talrijke cocabladerenkauwende mijnwerkers de stoffige en hete schachten van de Cerro Rico doorploeteren. Ze verdienen twee tot drie keer meer dan de gemiddelde Boliviaan  (300 à 400 US dollar), maar riskeren wel dagelijks hun leven en sterven quasi zeker voor hun vijftigste aan Silicose (ongeneesbare longziekte veroorzaakt door het inademen van kiezelstof). Een interessant artikel over de mijnwerkers in Potosi.

En dan heb ik het nog niet gehad over wat ze met dat zilver deden in Potosi, maar dus in het kort: interessante geschiedenis heeft dit stadje...

Tijd voor wat actie op de rand van de ethiek en de veiligheid. Ik kroop zelf de mijnen in. Weliswaar onder begeleiding van een oud-mijnwerker (met Koala Tours), maar toch het was een beklijvende ervaring. Eerst werden we verzocht cadeau’s voor de mijnwerkers te kopen, zoals bijvoorbeeld frisdrank, water, cocabladeren en ja ... dynamiet. Dynamiet kan je zoals een lokale lunch kopen in de vorm van een ‘completo’: een staaf TNT, buskruit, lont en wat mestkorrels voor een betere knal. Daarna bezochten we de verwerkingsplant waar men het zilver uit de erst haalt. Chemisch ingenieur zijnde bezorgde de erbarmelijke en ronduit onveilige omstandigheden me kriebels. Veel tijd om hierover na te denken kreeg ik niet, because we were going underground...
Cool was het daar echter niet, eerder warm, stoffig en benauwd. Gewoon vooruitgeraken was voor mij al een hele uitdaging. Het is onvoorstelbaar hoe die mijnwerkers daar zakken van 40 kilo dragen en loodzware karretjes duwen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me claustrofobisch en de frequent weerkerende vraag van onze gids of we dit werk zagen zitten, bleef redelijk retorisch. Dit ondergronds bezoekje zou nog lang blijven nazinderen.


Toen was het nog grappig...

... maar het werd snel menens
een mondvol cocabladeren
wagonnetjes vullen met erts...
... en dan naar buiten duwen


Wa ne stofnest
Ronddraaiende chemicaliën in de verwerkingsplant
De mijnwerkers aanbidden El Tío (de nonkel) heerser van de onderwereld, door hem sigaretten, cocabladeren en bijna pure alcohol te schenken. Leuk weetje, blijkbaar is het lied La la la van Naughty Boy gebaseerd op een Boliviaanse legende over een dove jongen (gerelateerd aan 'De Tovenaar van Oz') én op het duivelse schepsel El Tío. De videoclip is opgenomen in La Paz, Uyuni en natuurlijk ook in Potosi. El Tío is helemaal op het einde te zien.

El Tío
De volgende dag bezocht ik het zeer interessante Casa Nacional De Moneda. Hier kreeg ik dus uitleg over wat men nu juist met dat zilver aangevangen heeft en wat dit voor Potosi betekende. Als je ooit Potosi bezoekt, zeker een aanrader in combinatie met het mijnbezoek.

Potosi
Potosi

De zilveren munten waar het hem allemaal om te doen was
Mijn tijdelijke medewerker en ik danken u voor het doorploeteren van deze ietwat lang uitgevallen stoffige post. Tijd om naar het veelbelovende Sucre te trekken! 




 
 

Geen opmerkingen: